Maagdilatatie - Maagtorsie - Maagkanteling

Maagdilatatie en/ of maagtorsie syndroom

 

A. Wat is een maagdilatatie of een maagtorsie

De maag is een zakvormig orgaan, met een ingang (de slokdarm) en een uitgang (de twaalf-vingerige darm of dunne darm). De maag hangt eigenlijk vrij in de buikholte en ligt op de buikbodem direct achter het middenrif.

Als er plotseling veel gas geproduceerd wordt in de maag, en wel sneller dan dat dat gas kan worden uitgeboerd en/ of naar de dunne darm getransporteerd, gaat de maag uitzetten. Als dit uitzetten (dilatatie) erg snel en heftig verloopt, heeft de maag de neiging                                                                                                                                                 om als een soort ballon "op te stijgen” door al dat gas.

B. Wat zijn de mogelijke gevolgen van een maagdilatatie of maagtorsie?

Door de enorme wandspanning kan er geen bloed stromen door de bloedvaatjes in de maagwand, waardoor deze zal afsterven als de situatie lang genoeg aanhoudt. Bovendien drukt de maag via het middenrif sterk op het hart, waardoor ook de bloedvoorziening van de hartspier in de problemen komt en er "hartinfarcten” kunnen optreden.

 

Bij een torsie (draaiing) van de maag draait de milt vaak mee, waardoor de vaten van en naar de milt afgeknepen kunnen worden en door bloedstolsels voorgoed ondoorgankelijk zullen worden. De milt zal dan afsterven.  Al deze mogelijke gevolgen zijn zeer levensbedreigend voor de hond: alleen als een dierenarts zeer tijdig kan ingrijpen zal het dier deze aandoening kunnen overleven.

C. Welke dieren krijgen een maagdilatatie of -torsie

Met name grotere hondenrassen, zoals de Fila Brasileiro,  Duitse dog, Berner Sennen of Duitse herder, zijn gevoelig voor een maagdilatatie of –torsie.

Risico vormt het eten van een behoorlijke hoeveelheid voedsel dat na de maaltijd kan gaan zwellen door opname van water, zoals alle droge hondenbrokken.

Gasvorming zal dan met name ontstaan door beweging, bijvoorbeeld uitlaten of spelen na de maaltijd. Indien een hond eenmaal een maagdilatatie gehad heeft, is de kans groot dat dit nog een keer kan gebeuren.

Preventie wordt dan een uiterste noodzaak.

 

D. Wat kan ik doen ter preventie van een maagdilatatie of -torsie

Geef de hoeveelheid voer die de hond per dag nodig heeft verdeeld over de dag in 4 porties. Geef het liefst nat, licht verteerbaar voer, dus blikvoer of geweekte brokken. Laat het dier niet teveel water tegelijk drinken, maar vaker over de dag verspreid kleine hoeveelheden.

Laat de hond altijd uit vóór het eten en laat hem/ haar na het eten met rust!

 

E. Hoe herkennen we een maagdilatatie of -torsie

De hond krijgt problemen kort na de maaltijd. Het dier lijkt benauwd en pijnlijk; wil steeds staan of lopen met de kop gestrekt naar voren of beneden en lijkt te moeten braken zonder dat er "iets komt” .

Na enkele ogenblikken valt vaak duidelijk op dat de buik, met name links vlak achter de ribboog "opzwelt” en hard wordt.

F. Wat is er aan te doen

Een maagdilatatie of -torsie is een spoedgeval ! U dient direct de (dienstdoende) dierenarts te bellen en te melden dat u er aan komt met een mogelijke maagtorsie.

De dierenarts zal proberen de maag te sonderen door een slang te laten inslikken, om de maag te kunnen legen en spoelen. Indien dit niet lukt zal de druk via een punctie met een naald moeten afnemen.

 

Indien er sprake is van een torsie (wordt vastgesteld door middel van een röntgenfoto) zal de maag vervolgens tijdens een buikoperatie teruggedraaid worden en aan de buikwand vastgezet.

De eventuele shock zal worden bestreden middels infusen, de bewegelijkheid van de maag wordt met medicijnengestimuleerd en mogelijk zullen antibiotica en pijnstillers voorgeschreven worden.

 

G. Wat zijn de vooruitzichten

Afhankelijk van de bevindingen vóór het ingrijpen door de dierenarts (is de hond al in shock; is er sprake van een onregelmatige pols door hartschade?) en tijdens de eventuele operatie (is de maagwand al afgestorven zijn de vaten van de milt nog levensvatbaar; blijkt het hart van de hond de narcose te kunnen verdragen?) zal het dier deze acute aandoening wel of niet overleven.

 

De kans op shock en andere complicaties wordt snel groter naarmate de aandoening langer bestaat. Ook de dagen na de acute aandoening zijn kritiek.

Al heeft het dier de dilatatie en het ingrijpen op zich overleeft, door de mogelijke schade aan de maagwand en het hart, maar ook de lever en de nieren, kan het dier nog levensbedreigende problemen krijgen.

De rest van het hondenleven is het dier gevoeliger geworden dan andere honden voor een herhaling van de maagdilatatie of –torsie.

De eerder beschreven preventieve maatregelen dienen dan ook blijvend en consequent toegepast te worden.

Indien bij een eerdere operatieve ingreep de maag is vastgezet, is de kans op een dilatatie aanzienlijk kleiner geworden, maar nooit geheel afwezig.