Wat is elleboogdysplasie?
Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor een aantal aandoeningen aan de ellebogen van de hond. Deze aandoeningen veroorzaken pijn en dus kreupelheid bij de hond. De aandoeningen treden al op in het eerste levensjaar (4-12 maanden).
Incongruentie
Wanneer de ellepijp en het spaakbeen niet goed op elkaar aansluiten spreken we van incongruentie. De incongruentie wordt veroorzaakt doordat het ene bot te lang of te kort is t.o.v. het andere. Door middel van een operatie is dit redelijk goed te verhelpen, al zijn het geen lichte operaties. De incongruentie kan LPC, LPA en OCD veroorzaken
LPC
Een LPC of "Los Processus Coronoideus" is een los stukje bot van de ellepijp in het ellebooggewricht. Dit processus Coronoideus bevindt zich onder in het ellebooggewricht. Heeft een hond last van een LPC dan is het zaak dit losse stukje bot zo snel mogelijk te verwijderen
LPA
Het Processus Anconeus is een botpunt van de ellepijp dat zich aan de bovenkant van het ellebooggewricht bevindt. Tijdens de groeifase hoort het Processus Anconeus vast te groeien aan de ellepijp. Wanneer dat niet gebeurt, spreekt men van een LPA, een Los Processus Coronoideus. Ook een LPA dient zo snel mogelijk verwijderd worden om artrosevorming te voorkomen.
OCD
OCD of Osteochondrosis Dissecans is een beschadiging van het kraakbeen. Zeker wanneer een stuk kraakbeen los komt te liggen kan dit flink pijnlijk zijn voor de hond. Ook een OCD dient op korte termijn verwijderd te worden om artrosevorming tegen te gaan. De verwijdering d.m.v. artroscopie verdient de voorkeur.
Wat is de oorzaak van elleboogdysplasie?
Elleboogdysplasie is een multifactoriele aandoening wat wil zeggen dat er meerdere oorzaken zijn. Erfelijkheid speelt een rol, maar ook trauma, voeding, stofwisseling en beweging zijn belangrijke factoren binnen elleboogdysplasie. De mate van overerving is polygenetisch, dat betekent dat er meerdere genen betrokken zijn bij de ontwikkeling van elleboogdysplasie. Dat maakt het uitselecteren via de fokkerij ook zo lastig.
Er zijn veel verschillende erfelijke factoren in het spel bij het ontstaan van ED: de kwaliteit van bot, spieren en banden spelen een rol, maar ook de groeisnelheid, de stand van de voorbenen en de hoek die de opperarm met de onderarm vormt, worden door onder andere erfelijke factoren bepaald. Een hond kan aanleg hebben voor ED (het erfelijke deel) maar omgevingsfactoren bepalen vervolgens of en hoe die aanleg tot uiting komt Het is duidelijk dat erfelijke aanleg een van de oorzaken is. Daarnaast is overbelasting t.g.v. overmatige en foutieve beweging een belangrijke oorzaak evenals overgewicht en foutieve voeding. Met foutieve voeding wordt bedoeld voeding met een te hoog of te laag calcium percentage, 0,8 tot 1,0% is correct
Wat is de behandeling van ED?
Dit hangt er sterk van af welke vorm of vormen ED de hond heeft, maar algemeen geldt dat afgebroken bot (LPC, LPA) of kraakbeen (OCD) verwijderd moet worden. Losse stukjes in een gewricht hinderen bij het lopen. Tevens irriteren deze stukjes het gewricht, waardoor er zich steeds meer artrose in het betreffende gewricht ontwikkelt.
Incongruentie is soms te behandelen door een ingreep uit te voeren waardoor beide botten even lang worden.
Wat is het gevolg van ED als de hond niet wordt behandeld?
Als het losse stukje bot of kraakbeen in het gewricht achterblijft, zal dit ten eerste de hond in de weg kunnen zitten ("steentje in de schoen"). Ten tweede zal het gewricht blijvend worden geïrriteerd, zodat de artrose zich blijft ontwikkelen.
Omgevingsfactoren
Naast de erfelijke factor hebben milieufactoren een belangrijke invloed op de ontwikkeling van ED, in zowel positieve als negatieve zin. Voeding, groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging en spierontwikkeling zijn omgevingsfactoren die u zelf kunt beïnvloeden.
Voeding en daarmee samenhangend groeisnelheid en overgewicht
Een verkeerde verhouding in het gehalte aan fosfor en calcium kan te snelle groei veroorzaken, de ontwikkeling van de spieren kan dat niet bijhouden; de pup heeft geen kracht genoeg om het gewicht tijdens een langere wandeling goed te blijven dragen. Te veel voeding veroorzaakt overgewicht. In beide gevallen neemt de druk op het ellebooggewricht toe en is al snel sprake van overbelasting en kan slijtage van het gewricht optreden.
Beweging en spierontwikkeling
De mate, duur en soort van beweging hebben ook een sterke invloed. Door wild spelen, draaien en springen krijgt het ellebooggewricht veel te verduren. Hoe groter de krachten die op de gewrichten worden uitgeoefend, hoe groter de kans op beschadigingen. Bespiering vangt dit in enige mate op. Is de spierontwikkeling (nog) niet optimaal, dan neemt de belasting ook toe. Zeker als de wandeling of beweging langer duurt dan de spierontwikkeling aankan, geeft dat grotere kans op schade.
Beperk lichaamsbeweging
Wandel niet langer dan uw pup aankan en bouw dat langzaam op. Een grove maatstaf voor het aantal minuten per wandeling is het aantal weken dat de pup oud is. Dus met 8 weken zo’n 8 minuten per keer wandelen, met 20 weken 20 minuten per wandeling, enz.
Beperk draaien, springen, klimmen en glijden
Rechtlijnige bewegingen zijn goed, veel snelle draaien en springen zijn slecht. Ga dus niet eindeloos met balletjes gooien. Spelen met andere honden mag, maar stop het spel als het te ruig wordt of te lang duurt. Kies speelmaatjes die qua grootte en ontwikkeling bij uw pup passen. Niet laten traplopen tijdens de groei. Als het echt niet anders kan, leer hem dan om rustig de trap op en af te gaan. Laat hem niet steeds op de bank springen en er weer vanaf. Kijk uit met glijden op een gladde vloer, leg desnoods een speelkleed neer.
Geef goede voeding
Als u een goede, complete voeding geeft (brokken of vers vlees) zijn supplementen niet nodig, die doen eerder kwaad dan goed omdat ze tegengesteld kunnen werken aan de uitgebalanceerde samenstelling van het complete voer. Let op een goede calciumverhouding. Een calciumpercentage van 0,8% tot 1% is ideaal. Laat uw hond zeker niet te zwaar worden.
Bouw bespiering en conditie op
Geef dagelijks ongeveer evenveel beweging, dus niet in het weekend extra vaak of extra lange wandelingen maken. Een goede bespiering helpt om de gewrichten stabiel te houden. Rechtlijnige beweging is goed. Fietsen is een prima activiteit die goed is voor de spierontwikkeling en de conditie. U kunt daarmee beginnen als uw hond een maand of 9 is; begin met het leren wandelen naast de fiets, en bouw dat heel geleidelijk uit. Echt gaan trainen kan pas vanaf een jaar, als uw hond lichamelijk is uitgegroeid. Let erop dat u uw hond alleen laat draven langs de fiets, niet gedurende langere tijd laten rennen; dat belast het lichaam te veel.
Elleboog FCI kwalifcaties
ED-0 = Geen aanwijzing voor elleboogdysplasie (ook "vrij" genoemd)
ED-1 = Geringe osteo (Overgang)
ED-2 = Lichte osteo
ED-3 = Ernstige osteo
ED-4= Zeer ernstige mate van osteo
Voor meer info: https://orsami.be/nl/content/medial-coronoid-disease of
http://www.causus.be/dr-koen-vandendriessche/ocd-van-de-elleboog/?id=27